Belgisch regelgevingskader inzake bioveiligheid

Op deze pagina

 

Inleiding

België is een Federale Staat die samengesteld is uit drie Gemeenschappen en drie Gewesten. Om ongelijkheden te vermijden tussen de verschillende entiteiten die bevoegdheden delen op het gebied van bioveiligheid (met name de Federale Staat en de Gewesten), was een geharmoniseerde implementatie van de Europese regelgeving inzake bioveiligheid nodig. Als gevolg hiervan, worden de beslissingen van de verschillende administratieve organen die de verschillende institutionele niveaus vertegenwoordigen, genomen op basis van één enkel wetenschappelijk adviessysteem inzake bioveiligheid. In dit systeem worden alle reglementaire aspecten van het gebruik van GGO's en pathogenen beoordeeld op een gecoördineerde manier, onafhankelijk van de specifiek betrokken regelgeving(en).

De wettelijke basis voor dit gecentraliseerd bioveiligheid adviessysteem is het Samenwerkingsakkoord betreffende de bioveiligheid van 25 april 1997.

Volgens het samenwerkingsakkoord wordt de expertise inzake bioveiligheid in België door twee complementaire organen uitgevoerd: de Adviesraad voor Bioveiligheid (Biosafety Advisory Council, BAC) en de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB) van Sciensano.

In de Belgische wetten inzake bioveiligheid werd het onderscheid bewaard tussen het ingeperkt gebruik van GGO’s, en hun doelbewuste introductie in het milieu, zoals ook reeds het geval was op Europees niveau.

 

Ingeperkt gebruik

In België verwijst een ingeperkt gebruik naar een activiteit die gebruik maakt van genetisch gemodificeerde en/of pathogene micro-organismen, en genetisch gemodificeerde planten of dieren, in een 'gesloten omgeving', m.a.w. in laboratoria, proefdierverblijven, serres, en productie-eenheden. Activiteiten die daaronder vallen zijn hoofdzakelijk diagnostiek, onderzoek en ontwikkeling en grootschalige activiteiten. Ook de behandeling en toediening van GGO’s voor klinische proeven horen daarbij.
In België worden deze activiteiten gereguleerd op niveau van de Gewesten als een onderdeel van de leefmilieuwetgeving. Een toelating voor ingeperkt gebruik wordt gekoppeld aan de milieuvergunning van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen. Sinds de term “ingeperkt gebruik” ook activiteiten met pathogenen omvat, bestaat er een nauwe relatie met de federale wetgeving inzake bescherming van de werknemers.

 

Doelbewuste introductie

Een doelbewuste introductie omvat elke doelbewuste introductie van GGO's in het leefmilieu, zonder dat specifieke inperkingsmaatregelen worden gebruikt om het contact met de bevolking en het leefmilieu te beperken. Het omvat veldproeven met genetisch gemodificeerde planten, sommige klinische studies met GGO's, de commerciële teelt van genetisch gemodificeerde planten, de commercialisering van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, en de commercialisering van GMO-medicinale producten voor menselijk of diergeneeskundig gebruik.

In België is de relevante EU-wetgeving op federaal niveau omgezet, maar de uitvoering ervan betreft zowel de federale als de regionale entiteiten.