GGO's, van laboratorium tot veld
Naarmate de recombinant-DNA-technieken zich ontwikkelen en wereldwijd door een groeiend aantal onderzoekers worden toegepast, breiden de mogelijke toepassingen van die technologie zich uit. Al snel blijkt dat GGO's enorme mogelijkheden bieden in diverse toegepaste domeinen zoals de geneeskunde en de voedingsmiddelensector. Voortaan worden met de term "moderne biotechnologie" toepassingen op basis van recombinant-DNA-technieken onderscheiden van de zogenaamde traditionele toepassingen die vaak al eeuwenlang in onze maatschappij worden gebruikt.
Wat de toepassingen van de moderne biotechnologie in de voedingsmiddelensector betreft, zal België een voortrekkersrol vervullen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Zo leveren de werkzaamheden van het team van professoren Marc Van Montagu en Jozef Schell van de universiteit van Gent eind jaren 1970 een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van genetisch gemodificeerde planten. Door het vermogen te benutten om DNA van de bacterie Agrobacterium tumefaciens op bepaalde planten over te brengen, tonen die onderzoekers immers aan dat het mogelijk is om "vreemde" genen tot uitdruking te laten komen in een plant en de afstamming ervan (Van Larebeke et al., 1975; De Block et al., 1984). Die ontdekking maakt de weg vrij voor de commerciële exploitatie van transgene planten en het ontstaan van tal van biotechnologiebedrijven (in het bijzonder "Plant Genetic Systems" in België).
Die evolutie heeft daarnaast ook tot gevolg dat de wetenschappelijke producties het laboratorium verlaten en rechtstreeks met het leefmilieu in contact komen. Zolang de ontwikkelingen op het vlak van genetische technologie zich in laboratoria afspeelden, was de beoordeling van mogelijke risico's vooral gericht op de impact ervan op de gezondheid van de mens, in hoofdzaak die van het laboratoriumpersoneel. De doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het leefmilieu (voor aanvankelijk onderzoeks- en vervolgens commerciële doeleinden) roept algauw nieuwe vragen op in verband met de beoordeling en het beheer van de specifieke potentiële risico's van dit soort toepassingen.
In die context werkt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een rist wetenschappelijke principes en aanbevelingen uit, die specifiek gericht zijn op de beoordeling en het beheer van risico's in verband met de toepassingen van recombinant-DNA-technieken in het leefmilieu.