SBB activiteiten - Internationale gesprekspartner

Inhoud van deze pagina

 

Inleiding

De SBB geeft wetenschappelijke ondersteuning aan de verschillende Belgische bevoegde autoriteiten in het kader van de officiële fora over bioveiligheid op Europees en internationaal niveau. Dit verzekert de continuïteit van de technische en wetenschappelijke expertise, alsook de consistentie van het Belgisch standpunt binnen deze verschillende fora. Een enkel contactpunt vereenvoudigt ook de informatiestromen naar de overheden en de publieke organen.

De wetenschappelijke activiteiten van de SBB op internationaal vlak kunnen in twee categorieën onderverdeeld worden: ten eerste de rechtstreekse wetenschappelijke ondersteuning aan de Belgische overheden binnen het kader van hun wetgevend werk en de implementatie van de Europese Richtlijnen inzake GGO's. En ten tweede, de deelname aan de activiteiten van verschillende professionele organisaties, die de actoren van de bioveiligheid ondersteunen.

Wetenschappelijke ondersteuning aan de bevoegde overheden

Implementatie van het Europees wetgevend kader

Sinds het eind van de jaren 1980 en de onderhandelingen over de eerste richtlijnen inzake GGO's in Europa konden de Belgische autoriteiten bij de gesprekken die ze met de Europese instanties (Commissie, Raad) voerden, steeds terugvallen op een permanente technische en wetenschappelijke ondersteuning door de SBB.
De SBB is ook betrokken bij de verschillende ontwikkelingsfasen van de Europese reglementering, bij de aanpassing van de bijlagen bij richtlijnen en verordeningen aan technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, of nog bij de opmaak van richtlijnen of toelichtingen ter ondersteuning van de implementatie van Richtlijnen en Verordeningen.
Op dit ogenblik vertaalt de wetenschappelijke ondersteuning door de SBB van de federale of regionale autoriteiten zich hoofdzakelijk in de deelname aan vergaderingen van de bevoegde diensten en de comités met betrekking tot de toepassing van richtlijnen 2009/41/EG en 2001/18/EG115 en van de Europese Verordening (EG) nr. 1829/2003.

De Europese Commissie organiseert, naast de voormelde officiële bijeenkomsten, ook technische vergaderingen waar algemene of specifieke kwesties over bioveiligheid worden besproken. Dat gebeurt doorgaans in het kader van werkgroepen waaraan de SBB regelmatig deelneemt volgens het mandaat van de bevoegde overheden. Enkele thema's die worden besproken in de deskundigengroepen zijn onder andere de algemene principes van de risicobeoordeling, de monitoring van insectenresistente planten, het gebruik van antibioticaresistentiemerkers, de moleculaire karakterisatie van GGO's en de uitwerking van een gemeenschappelijk register met moleculaire gegevens.
Een meer recent voorbeeld is de werkgroep "Nieuwe technieken" die door de Europese Commissie is opgericht om te beoordelen of het gebruik van bepaalde technieken leidt tot een genetische wijziging in de zin van de GGOdefinitie in de richtlijnen 2009/41/EG en 2001/18/EG.

Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA)

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid heeft een wetenschappelijk netwerk voor de risicobeoordeling van GGO’s opgesteld, met het doel een goede verstandhouding op te bouwen omtrent de onderliggende principes van de risicobeoordeling van GGO’s, alsook een grotere transparantie te verlenen aan de huidige procedures tussen de lidstaten en EFSA. Dankzij dit netwerk moet er een betere samenwerking ontstaan tussen de wetenschappers die belast zijn met de risicobeoordeling van GGO’s bij EFSA en in de verschillende lidstaten. Het bestaat uit wetenschappelijke experten op het gebied van de risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en veevoeder, alsook van de risicoanalyse voor het leefmilieu van GGO’s. Van de SBB nemen twee experten deel aan dit netwerk.

European Enforcement Project (EEP)

Het EEP werd opgericht in 1997 en bestaat uit vertegenwoordigers van de 27 lidstaten van de EU (plus IJsland, Noorwegen en Zwitserland) die betrokken zijn bij de inspectieactiviteiten met betrekking tot GGO's. Het EEP is een gesprek- en informatie-uitwisselingsplatform voor inspecteurs in verband met problemen die zich stellen op het vlak van inspectie en naleving van de GGO-Richtlijnen. De uitwisselingen van informatie en expertise gebeuren via gezamenlijke seminaries en inspecties.
De SBB heeft van in het begin deelgenomen aan de activiteiten van dit netwerk, ter ondersteuning van de Belgische federale en regionale bevoegde overheden. In 2008 heeft de SBB actief bijgedragen tot de uitwerking van een wetenschappelijk programma voor de jaarlijkse vergadering van de leden van het netwerk, die in België werd georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

VN en Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid

Het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid is een multilateraal verdrag dat de internationale uitwisselingen van genetisch gemodificeerde organismen (in deze context de "levende gemodificeerde organismen" genoemd) regelt. De onderhandelingen over en de invoering van dit verdrag hebben de expertise van de SBB op aanzienlijke wijze en gedurende meerdere jaren opgeëist.
België heeft zich geëngageerd in het onderhandelingsproces in 1996, m.a.w. op het ogenblik dat er op internationaal niveau een werkgroep werd opgericht die belast werd met de uitwerking van een protocol inzake bioveiligheid. De SBB heeft vanaf dat ogenblik niet enkel zijn wetenschappelijke expertise bijgedragen, maar op Belgisch niveau heeft hij ook tijdens het hele onderhandelingsproces de taak van coördinator opgenomen. Na de goedkeuring van het Protocol in januari 2000 kende de centrale rol van de SBB in het proces een hoogtepunt met de pilootfunctie die ze verzekerde tijdens het Belgische voorzitterschap van de EU in 2001.
De implementatie van het Protocol op Belgisch niveau na de ratificatie in 2004 heeft geleid tot een verdeling van de bevoegdheden tussen de verschillende betrokken instanties. De SBB behoudt zijn traditionele rol, namelijk technische en wetenschappelijke ondersteuning bieden aan de autoriteiten in aangelegenheden die verband houden met risicobeoordeling. De Adviesraad voor Bioveiligheid wordt eveneens gericht geraadpleegd voor sommige van die aangelegenheden.
Daarenboven is aan de SBB de rol van nationaal knooppunt voor het informatie-uitwisselingscentrum ("Biosafety Clearing-House" of BCH) toebedeeld, op basis van de jarenlange ervaring die de dienst heeft in het ontwikkelen en beheren van informatieuitwisselingssystemen op het vlak van de bioveiligheid. En de SBB heeft kort na de goedkeuring van het Protocol ook deelgenomen aan een deskundigengroep die op internationaal niveau was opgericht door het Secretariaat van het Verdrag van de VN over Biologische Diversiteit om technische bijstand te bieden bij de ontwikkeling van het BCH. Als BCH-knooppunt heeft de SBB onder andere de Belgische tak van het BCH, het "Belgian Biosafety Clearing-House", op poten gezet. En hij waakt er ook over dat wordt voldaan aan de verplichtingen van België inzake informatie-uitwisseling zoals bepaald in het Protocol.

WGO: Inperking van de laboratoria en plan tot uitroeiing van polio

In 1988 keurde de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) een resolutie goed die opriep tot de wereldwijde uitroeiing van polio en werd de SBB aangeduid als nationaal coördinator om de verschillende fases van het plan te beheren.
In dit kader heeft de SBB verschillende taken op zich genomen, meer info hier.

Biobeveiliging

 

Er zijn verschillende initiatieven genomen (met name op het niveau van de Verenigde Naties, alsook op Europees niveau) om de mogelijke risico's die verbonden zijn aan een terroristische aanslag of aan een opzettelijke of onopzettelijke verspreiding van biologisch materiaal of al dan niet genetisch gemodificeerde pathogene stoffen te beperken.
De aspecten biobeveiliging ("biosecurity") en "biorisk" overschrijden (in ruime mate) het bevoegdheidsveld van de volksgezondheid en behoren op dit ogenblik niet tot de taken die officieel via het samenwerkingsakkoord inzake bioveiligheid aan de SBB zijn toevertrouwd. Toch vertoont die materie heel wat punten die ze gemeenschappelijk heeft met de bioveiligheid. De wetenschappelijke en technische expertise van de SBB kan dan ook worden ingezet op het vlak van de biobeveiliging, in het bijzonder met betrekking tot het ingeperkt gebruik van GGO’s of pathogenen (risicobeoordeling, formulering van gemotiveerde adviezen, inperkingsmaatregelen, laboratoriumbezoeken, update van de risicoklasse van de pathogene organismen voor mens, dieren en planten). Het is in die context dat aan de SBB al meerdere malen is gevraagd om wetenschappelijke ondersteuning te bieden aan de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Meer info hier.

 

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)

De SBB werd aangesteld als deskundige om België te vertegenwoordigen in de twee werkgroepen van het OESO die zich buigen over thema's die rechtstreeks verband houden met bioveiligheid: de Werkgroep rond de harmonisering van reglementaire surveillance in biotechnologie en de Wergroep rond de veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen bestemd voor menselijke en dierlijke consumptie.
De belangrijkste activiteit van deze groepen bestaat uit de opmaak van consensusdocumenten met betrekking tot bioveiligheidsaspecten die zich stellen bij sommige planten die voor levensmiddelen en diervoeders worden geteeld en gebruikt.
De SBB neemt deel aan de vergaderingen van de werkgroepen en aan de intersessieactiviteiten (workshops ...), en werkt actief mee aan de opmaak van heel wat documenten. De deskundigen vermeld op de gemeenschappelijke lijst van de Adviesraad voor Bioveiligheid en de SBB worden in bepaalde gevallen geraadpleegd om een meer specifieke wetenschappelijke bijdrage te leveren bij de opmaak van bepaalde documenten.

Europees Comité voor Normalisatie (CEN)

In december 1992 startte de Europese Commissie met de ontwikkeling van Europese normen op het vlak van de moderne biotechnologie, als aanvulling op de implementatie van de richtlijnen 90/219/EEG, 90/220/EEG en 90/679/EEG. De Commissie belastte het CEN, en in het bijzonder het technische comité TC233, met de ontwikkeling van 54 normen die diverse toepassingsgebieden van die richtlijnen moesten omvatten.
Het CEN heeft nauw samengewerkt met de overheden van de lidstaten die bevoegd waren voor de implementatie van de bovenvermelde richtlijnen, alsook met de deskundigengroepen die waren opgericht om die richtlijnen aan de technische vorderingen aan te passen. Het is in die context dat de SBB heeft bijgedragen tot de opmaak van de normen en het gebruik ervan. De normen opgesteld door het Comité TC233, zijn de technische instrumenten die gebruikt zijn bij de herziening van de regionale regelgevingen inzake ingeperkt gebruik van GGO's eind de jaren 1990. De werkzaamheden van het Comité TC233 zijn beëindigd begin 2000.

Andere activiteiten op internationaal niveau en networking

Naast de wetenschappelijke ondersteuning van de Belgische overheden of de vertegenwoordiging in officiële organisaties heeft de SBB, sinds zijn oprichting, ook deelgenomen aan de activiteiten van diverse beroepsorganisaties op zowel Europees als internationaal niveau waarbij het thema bioveiligheid rechtstreeks of onrechtstreeks werd besproken.

American Biological Safety Association (ABSA)

De samenwerking tussen de SBB en de ABSA dateert al van 1996 toen de SBB de website "Belgian Biosafety Server" ontwikkelde (de ABSA beschikte toen al over een website). Sindsdien neemt de SBB regelmatig deel aan de jaarlijkse conferentie die door de ABSA in de Verenigde Staten wordt georganiseerd. Die conferentie biedt de mogelijkheid om heel wat informatie uit te wisselen met buitenlandse deskundigen (die adviesorganen, de academische wereld, bedrijven enz. vertegenwoordigen). Dankzij deze deelname kan de SBB zijn informatie up-to-date houden en contacten leggen op het vlak van de risicoanalyse en het risicobeheer, voornamelijk met betrekking tot de ingeperkt gebruik van GGO's of pathogene organismen.
De SBB levert ook content voor het tijdschrift van de ABSA door de publicatie van wetenschappelijke artikelen. In 2010 heeft de SBB de Richard C. Knudsen prijs gekregen van de American Biological Safety Association Council and Awards Committee voor haar publicatie “Contained Use of Bacteriophages: Risk Assessment and Biosafety Recommendations”. Deze prijs wordt gegeven aan de auteurs van een artikel, gepubliceerd in Applied Biosafety, dat een belangrijke bijdrage levert in het domein van wetenschappelijk onderzoek en /of gezondheid en veiligheid.

European BioSafety Association (EBSA)

Naar het voorbeeld van de ABSA in de Verenigde Staten (waarmee deze vereniging erg nauwe banden heeft) is de EBSA een belangenpool op Europees niveau en een plaats waar informatie kan worden uitgewisseld over alle mogelijke onderwerpen in verband met bioveiligheid. De SBB werkt al van bij de oprichting van de EBSA in 1996 met deze organisatie samen, onder andere door bij te dragen tot de eerste wetenschappelijke activiteiten en mee te werken aan de ontwikkeling van de website van de vereniging. Sinds 1996 neemt de SBB heel regelmatig deel aan vergaderingen en andere activiteiten die door de EBSA worden georganiseerd. Ook deze organisatie heeft tot doel om andere Europese wetenschappers te ontmoeten die werkzaam zijn op vlakken met betrekking tot de bioveiligheid en om informatie met hen uit te wisselen.
De SBB maakt deel uit van de "Biosafety Professional Competency (BSP) Task Group" van de EBSA (met als doel een betere definitie van de taken en bevoegdheden van al wie professioneel bezig is met bioveiligheid), en het volgt de werkzaamheden op met het oog op de ontwikkeling van een handleiding rond de "Laboratory Biorisk Management Standard, Guidance CWA 1579”, wat de noodzakelijke vereisten moet vastleggen voor het beheersen van de risico's die horen bij activiteiten in microbiologische inperkingslaboratoria.

Belgian Biosafety Professionals (BBP)

De vereniging van de "Belgian Biosafety Professionals" is een forum voor Belgische professionals in de bioveiligheid waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld over de praktijken en de wetgeving op het vlak van de bioveiligheid. Het is ook een lokale afdeling van de EBSA. Sinds deze vereniging in 2006 werd opgericht, hebben de SBB en de BBP samengewerkt met als gemeenschappelijke doel professionals uit de bioveiligheid te helpen bioveiligheidsmaatregelen in de betrokken installaties in te voeren. In dat kader zijn er door de BBP diverse symposia en workshops georganiseerd waaraan de leden van de SBB meermaals met onder andere mondelinge presentaties hebben bijgedragen.

European Advisory Committees on Biosafety (EACB)

In 2006 werd een netwerk van Europese bioveiligheidscomités opgericht dat actief zou zijn op het vlak van de doelbewuste introductie en het ingeperkt gebruik van GGO's. De Adviesraad voor Bioveiligheid en de SBB zijn al van bij de oprichting erin opgenomen, en nemen ook deel aan de jaarlijkse vergaderingen. In 2009 stonden de Adviesraad en de SBB in voor de organisatie van de jaarvergadering die op 29 en 30 oktober in Brussel plaatsvond.

European federation of Biotechnology (EFB)

De EFB werd in 1978 opgericht. Deze organisatie had tot doel de interdisciplinaire samenwerking te bevorderen tussen de wetenschappelijke instellingen en de bedrijven in Europa op het vlak van biotechnologie.
De SBB heeft vooral eind de jaren 1990 aan de activiteiten van de EFB deelgenomen. In die periode was er een werkgroep ("Working Party on Safety in Biotechnology") die zich bezighield met de bioveiligheidsaspecten die zich stelden bij het gebruik van biotechnologieën. Via die deelname heeft de SBB met name bijgedragen tot de publicatie van 3 wetenschappelijke artikelen over respectievelijk het transport van besmettelijk biologisch materiaal, de risicobeoordeling bij introducties van micro-organismen in het leefmilieu, en de DNA-inhoud van afval afkomstig uit biotechnologische activiteiten.