Samenwerkingsakkoord inzake bioveiligheid

 

Het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende de administratieve en wetenschappelijke coördinatie inzake bioveiligheid werd op 25 april 1997 goedgekeurd.
=> Volledige tekst van het samenwerkingsakkoord

Dit samenwerkingsakkoord is het eindresultaat van een lang onderhandelingsproces dat begon zelfs vóór de vaststelling van de eerste EU-richtlijnen inzake bioveiligheid.
=> Historische stappen in de ontwikkeling van het samenwerkingsakkoord inzake bioveiligheid

 

Het samenwerkingsakkoord heeft de volgende doelstellingen:

  • de omzetting in het Belgisch recht en de geharmoniseerde toepassing van Richtlijn 90/219/EEG tot reglementering van het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (nu ingetrokken door Richtlijn 2009/41/EG), met uitbreiding van deze reglementering naar de genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) en de pathogene organismen. De Gewesten verbonden zich tot de harmonisatie van de technische criteria inzake bioveiligheid en de indeling van de GGO's en de pathogene organismen in risicoklassen;
  • de omzetting in het Belgisch recht en de geharmoniseerde toepassing van deel B van Richtlijn 90/220/EEG (nu ingetrokken door Richtlijn 2001/18/EG) betreffende de doelbewuste introductie van GGO's in het leefmilieu voor onderzoeks- en ontwikkelingsdoeleinden of voor enig ander doel dan het in de handel brengen;
  • de inrichting van een gemeenschappelijk wetenschappelijk evaluatiesysteem inzake bioveiligheid voor de Federale Staat en de gewesten; dat systeem zal bestaan uit de "Adviesraad voor Bioveiligheid" en de "Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie" (SBB) van Sciensano;
  • het coördineren van de reglementaire bepalingen voor het beheer van afval afkomstig van activiteiten van ingeperkt gebruik, zodat de bepalingen met betrekking tot de doelbewuste introductie van toepassing zouden zijn indien dergelijke stoffen die levende GGO's bevatten in de handel zouden worden gebracht.

 

Het samenwerkingsakkoord biedt ook een juridische definitie van de term "bioveiligheid" op Belgisch niveau (artikel 1): "de veiligheid voor de gezondheid van de mens en voor het leefmilieu met inbegrip van de bescherming van de biodiversiteit bij gebruik van genetisch gemodificeerde organismen of micro-organismen en bij het ingeperkt gebruik van voor de mens pathogene organismen".

Die definitie impliceert dat alle biologische risico's worden beheerd binnen één enkel reglementair en wetenschappelijk kader. In dat model worden de biologische risico's die voortvloeien uit bekende vormen van hinder die veroorzaakt worden door de pathologische, toxicologische of allergene eigenschappen van pathogene organismen, als dusdanig beheerd, maar dienen ze ook als historische, medische, ecologische en wetenschappelijke referentie bij de evaluatie en het beheer van de risico's en de onzekerheden die samengaan met genetisch gemodificeerde organismen. De bioveiligheid wordt toegepast op alle soorten GGO's en alle gebruiksvormen van GGO's.

Door in die definitie ook de bescherming van de biodiversiteit bij het gebruik van GGO's op te nemen, legt België ook een juridische link tussen bioveiligheid en het concept duurzame ontwikkeling, een concept dat enkele jaren later zal worden overgenomen als een van de basisprincipes van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid, een internationaal verdrag dat de uitwisselingen van GGO's tussen landen reglementeert.

Het samenwerkingsakkoord inzake bioveiligheid is de centrale juridische tekst die de uitvoering en het beheer van bioveiligheid in België regelt. Die werd formeel goedgekeurd op federaal en regionaal niveau door middel van specifieke juridische teksten:

  • Federaal niveau: wet van 3 maart 1998 (Belgisch Staatsblad van 1998/07/14, blz 22.773.)
  • Vlaams Gewest: Besluit van 17 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 1998/01/31, blz 2890)
  • Wallonië: Besluit van 5 juni 1997 (Belgisch Staatsblad van 1998/07/14, p 22790)
  • Brussel Hoofdstedelijk Gewest: Besluit van 20 mei 1998 (Belgisch Staatsblad van 1998/07/14, p 22850)