Pagina's over het EU regelgevingskader in geval van:
- Ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen
- Doelbewuste introductie van GGO's in de omgeving volgens Richtlijn 2001/18/EG
- Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders
- GG geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik
- Bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agenten op het werk
- Andere regelgeving inzake bioveiligheid
Het EU-regelgevingskader inzake GGO's werd begin jaren '90 vastgesteld en bestaat uit 2 juridische instrumenten: de Richtlijn 90/219/EEG inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (GGM's) en de Richtlijn 90/220/EEG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) in het leefmilieu. Tegelijkertijd werd Richtlijn 90/679/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agenten (pathogenen) op het werk, ook aangenomen.
Het gehele regelgevingskader inzake GGO's en bioveiligheid werd door de jaren heen aangepast. Dat leidt tot de vorming van een complex juridisch kader met een aanzienlijk aantal uitvoeringsmaatregelen om de efficiëntie van dit kader te verzekeren. De belangrijkste juridische instrumenten zijn de "horizontale GGO's richtlijnen" 2009/41/EG (ingeperkt gebruik van GGM's) en 2001/18/EG (doelbewuste introductie van GGO's) en andere regels inzake specifieke producten, met name de Verordening (EG)1829/2003 betreffende GGO's die bestemd zijn voor levensmiddelen en diervoeders, en Verordening (EG)726/2004 betreffende GGO's als geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik. Om een veilig gebruik van GGO's te garanderen, werden andere regelgevingen inzake bioveiligheid ontwikkeld, aanvullend op bovenvermelde wetgevingen.