Deze pagina werd het laatst bijgewerkt op 10/12/2021
Nota's:
- Dit document heeft als doel aanbevelingen te geven voor de risicobeoordeling en het risicobeheer van diagnostische en onderzoeksactiviteiten waarbij klinische stalen of culturen van het SARS-CoV-2 worden gemanipuleerd. Het is niet uitgesloten dat dit document wordt gewijzigd naarmate kennis (in virulentie, overdracht, replicatie,…) omtrent dit nieuwe virus evolueert.
- Het verkeerd toepassen van de beheers- en/of inperkingsmaatregelen kan een risico vormen voor de gezondheid van de werknemers en de bevolking.
- Sciensano heeft een factsheet (in het Engels) ontwikkeld, gebaseerd op een literatuurstudie, waarin actuele kennis over COVID-19 wordt verzameld en die regelmatig wordt geactualiseerd.
Inhoud
- Risicobeoordeling van SARS-CoV-2
- Diagnostiek van stalen die mogelijk besmet zijn met SARS-CoV-2
- Aanbevelingen voor de laboratoria die SARS-CoV-2 manipuleren (klinische stalen en culturen)
- Referenties
- Bijlage 1: Nuttige links naar de Belgian Biosafety Server
- Bijlage 2: Inhoud van een spill-kit
Risicobeoordeling van SARS-CoV-2
Het virus dat verantwoordelijk is voor de pandemie van COVID-19 die eind 2019 in Wuhan (provincie Hubei, China) uitbrak, behoort tot de familie Coronaviridae. Coronavirussen zijn enveloppevirussen waarvan het genoom is samengesteld uit positief enkelstrengig RNA. Sommige coronavirussen infecteren mens en/of dier. In totaal zijn er 7 stammen van coronavirussen gekend die mensen kunnen infecteren.
SARS-CoV-2 behoort tot de Betacoronavirus, waartoe ook SARS-CoV en MERS-CoV behoren, gekend als zoönose die bij de mens ernstige tot dodelijke infecties veroorzaken.
De infectie met SARS-CoV-2 kan zeer uiteenlopende gevolgen hebben, gaande van de totale afwezigheid van symptomen tot ernstige ziekte of overlijden. De pathogenese van het virus is nog niet helemaal duidelijk. SARS-CoV-2 heeft een homologie van iets minder dan 80% met die van SARS-CoV. Ze gebruiken dezelfde receptor die aanwezig is op het oppervlak van de cellen die ze infecteren. Het SARS-CoV-2 Spike (S) eiwit bindt zich aan cellen door een interactie met de humane angiotensineconverterend enzym 2 (ACE2)-receptor. ACE2 is ook de functionele receptor voor SARS-CoV (bron: Zhou et al., 2020).
Het humaan coronavirus heeft in het algemeen de epitheelcellen van de luchtwegen en het maagdarmkanaal als belangrijkste doelwitcellen. Omwille van deze eigenschap vindt uitscheiding via deze organen plaats.
De overdracht tussen mensen ("person to person") van SARS-CoV-2 vindt plaats door nauw contact, waarbij de slijmvliezen worden blootgesteld aan infectieuze druppels en aerosols die door een geïnfecteerde persoon worden voortgebracht. Voorts zijn fecaal-orale blootstellingen (bron: Callaway, 2020) en indirecte blootstellingen via gecontamineerde oppervlakken of objecten (“fomieten”) ook mogelijke routes van overdracht van het virus.
In het laboratorium is overdracht van SARS-CoV mogelijk via (in)direct contact met de slijmvliezen (oraal, nasaal, oculair), inhalatie en ingestie, al dan niet via druppels, infectieuze aerosols en fomieten.
De infectieuze dosis van het virus is nog onbekend. Er zijn momenteel slechts enkele studies beschikbaar inzake de stabiliteit van SARS-CoV-2 op oppervlakken en in het milieu. Algemeen is geweten dat de stabiliteit van een virus in het milieu afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder de relatieve temperatuur, de vochtigheidsgraad, het oppervlaktype (porositeit, hydrofobiciteit), de organische belasting, enz. Recente laboratorium-studies tonen aan dat bij kamertemperatuur het virus 4 tot 28 dagen infectieus kan blijven (afhankelijk van de omstandigheden) op roestvrij staal, een mondmasker, plastic of papier (bronnen: Paton et al., 2021; Kasloff et al., 2021; Chin et al., 2020; Riddell et al., 2020). Deze studies tonen ook een gevoeligheid van het virus voor licht en warmte. Een andere studie toont ook aan dat het SARS-CoV-2 minstens 3 uur overleeft in aerosols in een gesloten ruimte (bron: Van Doremalen et al., 2020).
De momenteel beschikbare gegevens over de effectiviteit van bepaalde desinfectantia tegen SARS-CoV-2 bevestigen dat SARS-CoV-2 gevoelig is voor standaard laboratoriumdesinfectantia tegen enveloppevirussen (bronnen: Kampf et al., 2020; WHO, Xiling et al., 2021). De doeltreffendeheid van de desinfectantia is afhankelijk van de contacttijd. Volgende producten en contacttijden worden aangeraden:
- bleekmiddel met minstens 0,1% NaOCl, wat overeenkomt met een commerciële bleekwaterverdunning van 1:50 tot 1:25, afhankelijk van het oorspronkelijke NaOCl-gehalte. Een contacttijd van 1 minuut met oppervlakken is voldoende;
- 70% ethanol met een contacttijd van minstens 10 minuten.
Health Canada heeft ook een lijst van commercieel beschikbare desinfectantia die doeltreffend zijn tegen SARS-CoV-2.
Momenteel is er geen specifieke behandeling voor SARS-CoV-2. Niettemin zijn therapeutische moleculen vandaag in ontwikkeling in verschillende onderzoeksinstituten en farmaceutische bedrijven over de hele wereld. Meer dan 200 kandidaat-vaccins zijn in ontwikkeling, waarvan meer dan 80 in klinische studies. Momenteel zijn er minstens negen verschillende vaccins wereldwijd in gebruik (bron: WHO, Sciensano). In Europa hebben tot nu enkele vaccins een voorwaardelijke marktvergunning gekregen van de Europese Commissie (bron: EMA).
Het genoom van SARS-CoV-2 is vrij stabiel maar ondergaat toch mutaties, waarvan sommige leiden tot varianten die gemakkelijker overdraagbaar zijn, waardoor ze zich gemakkelijker verspreiden. Sinds de zomer van 2021 is de deltavariant dominant in België. De omikronvariant werd in november 2021 voor het eerst in Zuid-Afrika geïdentificeerd en verspreidt zich snel doorheen de wereld. Het bevat een groot aantal mutaties, waarvan sommigen de besmettelijkheid of de ontwijking van het immuun systeem kunnen beïnvloeden. Momenteel staat nog niet vast of deze variant meer ziekmakend is en of de huidige vaccins nog even doeltreffend zijn. Het is een "variant of concern" volgens de WHO en de ECDC.
Natuurlijke of experimentele besmettingen van dieren met SARS-CoV-2 werden tevens gerapporteerd. Het gaat zowel om huisdieren (honden, katten, hamsters), fokkerijdieren (nertsen) als wilde dieren (bevers) (bron: OIE). In de meeste gevallen vertonen deze dieren geen of zeer milde symptomen. De overdracht naar de mens of andere dieren is mogelijk via rechtstreeks contact of infectieuze aerosols. De overdracht kan ook van mens naar dier gebeuren. Om deze redenen wordt SARS-CoV-2 als risicoklasse 2 voor dieren beschouwd.
Naar aanleiding van een advies van experten uit de lidstaten van de Europese Unie en bij de huidige stand van kennis over SARS-CoV-2, is het virus toegevoegd in risicoklasse 3 van de lijst van biologische agentia in Richtlijn 2000/54/EG (bescherming van werknemers tegen risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk; bron: EC).
Voor meer informatie over SARS-CoV-2 en de dagelijkse evolutie van de epidemie, raadpleeg volgende websites:
Diagnostiek van stalen die mogelijk besmet zijn met SARS-CoV-2
De momenteel gebruikte virusdetectietesten worden rechtstreeks op de klinische stalen van de patiënt uitgevoerd en vereisen geen vermeerdering van het virus. Om blootstelling van de werknemer en de bevolking aan het virus te voorkomen, worden hieronder beschermende maatregelen voorgesteld die in diagnostische laboratoria moeten worden toegepast, rekening houdend met de risicobeoordeling van het virus op basis van huidige kennis.
De manipulatie van stalen van verdachte, mogelijke en bevestigde gevallen (zie definitie van de Risk Management Group) valt steeds binnen het toepassingsgebied van de wetgeving inzake het welzijn op het werk (biologische agentia). Bovendien is de wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en / of pathogene organismen ook van toepassing in de volgende gevallen:
- Elke doelbewuste vermeerdering en/of concentratie van het SARS-CoV-2 (culturen);
- Elke manipulatie (inclusief opslag) van culturen van het SARS-CoV-2;
en
- In context van onderzoek en ontwikkeling, elke manipulatie (inclusief opslag) van stalen met voorkennis van besmetting.
Aanbevelingen voor de laboratoria die SARS-CoV-2 manipuleren (klinische stalen en culturen)
Een manipulatie in open fase met klinische stalen van verdachte of bevestigde gevallen ter analyse van een SARS-CoV-2 besmetting, waarbij geen replicatie van het virus nodig is, zoals biochemische of neutralisatietesten (PCR, ELISA, serologie enz.), vereist een beheersingsniveau 2 met bijkomende maatregelen (Codex welzijn op het werk).
Een manipulatie in open fase van klinische stalen van verdachte of bevestigd gevallen voor de detectie van andere respiratoire pathogenen (zoals bv. het influenzavirus) of voor standaard diagnostiek in kader van patiëntenzorg (bv. bloedanalyses), vereist een beheersingsniveau 2 met bijkomende maatregelen (Codex welzijn op het werk).
De algemene beheersingsmaatregelen die nodig zijn voor deze activiteiten om het risico van blootstelling aan het virus bij het personeel, de bevolking en het leefmilieu te beperken, zijn beschreven in de Codex welzijn op het werk (biologische agentia) en de regionale wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en / of pathogene organismen (zie ook bijlage 1). Bijkomende maatregelen: De bijkomende beheersingsmaatregelen die moeten worden geïmplementeerd bovenop deze die vereist worden voor beheersingsniveau 2:
Om de blootstelling aan infectieuze aerosols te beletten:
Opgelet bij gebruik van labo-apparatuur, gelieve na te zien dat deze geen aerosols genereren en/of voldoende wachttijd in te bouwen vooraleer deze te openen (30 minuten zijn afdoende voor het neerslaan van aerosols). Om direct of indirect contact met het virus te beletten:
|
Alle manipulaties met SARS-CoV-2 (stalen met voorkennis van besmetting en culturen) in kader van onderzoek en ontwikkeling, inclusief in vivo en in vitro werken, worden gemanipuleerd in een faciliteit van beheersings- en inperkingsniveau 3 (zie ook Codex welzijn op het werk, regionale wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en / of pathogene organismen, toepassing van de wetgeving op pathogene micro-organismen en bijlage 1).
Referenties
- E. Callaway: China coronavirus: labs worldwide scramble to analyse live samples. Jan 2020 doi: http://dx.doi.org/10.1038/d41586-020-00262-7
- P. Herman, Y. Verlinden, D. Breyer et al.: Biosafety Risk Assessment of the Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) Coronavirus and Containment Measures for the Diagnostic and Research Laboratories. 2004 Applied Biosafety, 9(3) pp. 128-142
- G. Kampf, D. Todt, S. Pfaender, E. Steinmann. Persistence of coronaviruses on inanimate surfaces and their inactivation with biocidal agents. March 2020. DOI: https://doi.org/10.1016/j.jhin.2020.01.022
- Peng Zhou, Xing-Lou Yang, Xian-Guang Wang, et al.: Discovery of a novel coronavirus associated with the recent pneumonia outbreak in 2 humans and its potential bat origin. Jan 2020 doi: http://dx.doi.org/10.1101/2020.01.22.914952
-
Zhou P, Yang X-L, Wang X-G, Hu B, Zhang L, Zhang W, et al. A pneumonia outbreak associated with a new coronavirus of probable bat origin. Nature. 2020 Mar;579(7798):270–3. doi: https://doi.org/10.1038/s41586-020-2012-7
-
Chin A, Chu J, Perera M, Hui K, Yen HL, Chan M, et al. Stability of SARS-CoV-2 in different environmental conditions. The Lancet Microbe 2020. doi: https://doi.org/10.1016/S2666-5247(20)30003-3
- Paton S, Spencer A, Garratt I, Thompson KA, Dinesh I, Aranega-Bou P et al. Persistence of Severe Acute Respiratory Syndrome Coronavirus 2 (SARS-CoV-2) Virus and Viral RNA in Relation to Surface Type and Contamination Concentration. Applied and Environmental Microbiology 2021 doi : https://doi.org/10.1128/AEM.00526-21
- Kasloff SB, Leung A, Strong JE, Funk D and Cutts T. Stability of SARS‑CoV‑2 on critical personal protective equipment. Nature 2021 doi : https://doi.org/10.1038/s41598-020-80098-3
- Riddell S, Goldie S, Hill A, Eagles D and Drew TW. The effect of temperature on persistence of SARS‑CoV‑2 on common surfaces. Virology Journal 2020 doi : https://doi.org/10.1186/s12985-020-01418-7
- Xiling G, Yin C, Ling W, Xiaosong W, Jingjing F, Li Fang L et al. In vitro inactivation of SARS-CoV-2 by commonly used disinfection products and methods. Nature Jan 2021 doi: https://doi.org/10.1038/s41598-021-82148-w
- Health Canada. Hard-surface disinfectants and hand sanitizers (COVID-19): List of disinfectants with evidence for use against COVID-19 : https://www.canada.ca/en/health-canada/services/drugs-health-products/di...
Bijlage 1: Nuttige links naar de Belgian Biosafety Server
Deze site herbergt ook de documenten met volledige inperkingscriteria voor L2, L3 en A3.
In het kader van een onderzoek en ontwikkelingsactiviteit kan de opslag van biologisch materiaal (stalen, culturen,…) dat SARS-CoV-2 bevat, gebeuren in een lokaal buiten de inperkingszone op voorwaarde dat het voldoet aan deze vereisten.
Het nationale en internationale vervoer van gevaarlijke stoffen (met inbegrip van mogelijk met SARS-CoV-2 besmette stalen, virusculturen, besmet afval) moet voldoen aan de huidige regels inzake verpakking en etikettering.
Kennisgeving van een bio-incident en/of laboratoriuminfectie met SARS-CoV-2: contained.use@sciensano.be; +32 2 642 52 93; of dit online formulier.
Bijlage 2: Inhoud van een spill-kit
Een spill-kit bevat idealiter:
- een doeltreffend desinfectans tegen SARS-CoV-2. Dit virus is gevoelig voor standaard desinfectiemiddelen die in het laboratorium worden gebruikt, zoals 0.1% NaOCl bleekwater (1 min), 70% ethanol (10 min), etc. Opgelet, verdunde bleekwater-oplossingen zijn niet stabiel, bij gebruik in spill- kits is het dan ook verplicht deze enkel beschikbaar te stellen via een geconcentreerde oplossing die ad hoc verdund moet worden;
- persoonlijke beschermingsmiddelen: wegwerpschort, overschoenen, handschoenen (EN420), laboratoriumbril, mondmasker minimaal type FPP2 (EN149);
- voldoende absorberend materiaal om het groots mogelijk te verwachten volume in te dammen en te absorberen;
- "biohazard" vuilzak om finaal al het biologisch besmet materiaal te deponeren;
- instructies voor gebruik.
Bij voorkeur staat de spill-kit net buiten aan de ingang van het desbetreffende labo, gezien het aanbevolen is dat bij een incident waarbij mogelijk aerosols zijn gegenereerd (zoals een morsincident), de ruimte zo snel mogelijk te verlaten (vooral indien geen ademhalingsbescherming dient gedragen te worden tijdens de normale activiteiten in het labo). De ruimte wordt pas na 30 minuten (tijd nodig voor het neerslaan van aerosols) opnieuw betreden met gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen voor het opruimen van de spill en het vrijgeven van de ruimte (volgens instructies).