Ingeperkt gebruik - Verhoging van het risico door de aard van het insert

Er is een versterking van het risico wanneer het insert, dat in staat is tot expressie, voor de synthese van een product dat gevaarlijk is voor de mens of het leefmilieu codeert. Er is eveneens een versterking van het risico wanneer het insert het expressie-, integratie- en/of replicatievermogen van de vector vergroot.

De volgende DNA-sequenties vereisen een bijzondere risico-evaluatie, wanneer zij in de praktijk in staat zijn tot expressie (bijvoorbeeld klonering in een virale expressievector) :

  • De genen waarvan het expressieproduct tussenkomt in de mechanismen van cellulaire voortplanting, van cellulaire immortalisatie en apoptose. Deze definitie omvat ondermeer de proto-oncogenen en oncogenen;
  • De menselijke genen of hun equivalent bij de hogere zoogdieren, waarvan het expressieproduct een belangrijke fysiologische functie kan uitoefenen (bijvoorbeeld groeifactoren, interleukine, neurotransmitters, enz.);
  • De DNA-sequenties of de genen die verantwoordelijk zijn voor de overdracht van virale, bacteriële, fungoïde, parasitaire determinanten met gastheerspecificiteit;
  • De genen die coderen voor - of tussenkomen in de regulatie van - de productie van een toxine;
  • De DNA-sequenties afkomstig van organismen van pathogeniteitsklasse 3 en 4;
  • Elke DNA-sequentie waarvan de rol onbekend is.