Ingeperkt gebruik - Herziening van de indeling van formaldehyde

In 2014 is de Europese indeling van formaldehyde herzien. Formaldehyde maakt onder meer deel uit van de kankerverwekkende stoffen van categorie 1B en van de mutagene agentia van categorie 2 (lijst van het Europees Agentschap voor chemische stoffen) terwijl formaldehyde vroeger onder de kankerverwekkende stoffen van categorie 2 en niet als mutageen agens was geclassificeerd. De nieuwe indeling is sinds juni 2014 van kracht. Er is een overgangsperiode vastgelegd om de Europese lidstaten in de gelegenheid te stellen zich aan de nieuwe indeling aan te passen.

Sinds 1 januari 2016 moeten de nieuwe indeling (inclusief de veranderingen inzake de acute giftigheid) en de regels voor etikettering worden toegepast op formaldehyde en op mengsels die een bepaalde hoeveelheid formaldehyde bevatten. Het kankerverwekkende effect (categorie 1B) is van toepassing vanaf een drempelwaarde van 0,1% en het mutagene effect (categorie 2) vanaf een drempelwaarde van 1% (Verordening Nr. 2015/491).

In laboratoria voor onderzoek en ontwikkeling wordt formaldehyde veelvuldig gebruikt als agens om oppervlakken via de lucht te ontsmetten. Producten die voor dergelijke toepassingen worden gebruikt, biociden, zijn beschreven in de Europese richtlijn 98/8/EG. De uitvoering van deze richtlijn is sinds 1 september 2013 onderworpen aan de Europese verordening nr. 528/2012. Van de 22 productsoorten (PS) opgenomen in de Europese verordening behoren biociden die worden gebruikt als agentia om oppervlakken via de lucht te ontsmetten tot categorie PS2 (desinfecteermiddelen en algiciden die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt) of tot categorie PS3 (dierhygiëne, producten voor het desinfecteren van materialen en oppervlakken in verband met de huisvesting of het vervoer van dieren).

De gevolgen van de nieuwe indeling zijn:

  • De toelating van formaldehyde als biocide wordt door het Europees Agentschap voor chemische stoffen ter discussie gesteld; er is ter vervanging een kankerverwekkende stof van categorie 1B voorgesteld. Er heeft een openbare raadpleging plaatsgevonden die in april 2015 is afgerond. Het gebruik van formaldehyde als biocide van categorie PS3 werd goedgekeurd door het comité van biociden op 10 december 2015. Het advies staat op de website van het Europees Agentschap voor chemische stoffen: http://echa.europa.eu/documents/10162/cf7067c7-2359-4a5f-883c-b16d240f963b
  • De nieuwe indeling heeft automatisch gevolgen voor de verkoop aan het grote publiek (bijlage XVII van de verordening 1907/2006/EG). Het is immers verboden om kankerverwekkende stoffen van categorie 1A of 1B en mengsels met 0,1% of meer van dergelijke stoffen aan het grote publiek te verkopen.
  • Voor het gebruik van biociden van klasse A (mutagene agentia en kankerverwekkende stoffen van categorie 1A of 1B) is een bijzondere goedkeuring vereist. Er zijn wel twee afwijkingen voor het gebruik van biociden mogelijk, deze zijn gespecificeerd in artikel 56 van het KB van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden. Biociden van klasse A mogen door professionele gebruikers in hun onderneming worden gebruikt. Het ministerieel besluit van 13 december 2010 bevat een lijst van alle soorten ondernemingen waarvoor deze afwijking van toepassing is. In die lijst zijn de onderzoeks- en analyselaboratoria op het gebied van de humane en veterinaire geneeskunde opgenomen.
  • De nieuwe indeling heeft ook gevolgen voor de werknemer. Het koninklijk besluit van 2 december 1993, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 november 2003 en het koninklijk besluit van 20 juli 2015, betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk, voorziet in een aantal maatregelen. Deze maatregelen staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=617 

Referenties:

  1. Verordening nr. 2015/491 tot wijziging van verordening nr. 605/2014 en verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (Bijlage VI)
  2. Europese richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden
  3. Verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden.
  4. Koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden
  5. Koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden
  6. Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met de soorten bedrijven voorzien in artikel 56, § 2 van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden (MB 27.12.2010)
  7. Koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk
  8. Koninklijk besluit van 9 november 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk
  9. Koninklijk besluit van 20 juli 2015 tot wijziging van diverse bepalingen teneinde deze aan te passen aan verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels
  10. Verordening EG nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen